Lokaal bestuur beperkt impact Vlaamse besparingen op waterfactuur

Vandaag beslist de gemeenteraad de factor die de gemeentelijke saneringsbijdrage (GSB) op de drinkwaterfactuur bepaalt, niet te verhogen. Dit ondanks de besparingsmaatregelen van de Vlaamse overheid.

De Vlaamse regering besliste om vanaf 2025, 113 miljoen euro te besparen op waterzuivering. Dit heeft gevolgen voor de waterfactuur van alle Vlaamse gezinnen.

Om deze besparing te compenseren, rekent watermaatschappij Aquafin namelijk een hoger tarief aan voor de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB). De gemeentelijke saneringsbijdrage (GSB) is hieraan gekoppeld. Deze bijdragen worden gebruikt voor de zuivering van afvalwater maar ook voor het onderhoud en de uitbouw van het rioleringsstelsel in de gemeente.

Lokaal bestuur Schilde hanteert al geruime tijd een factor van 1,1 voor de berekening van de GSB. Veel gemeenten gebruikten het maximum van 1,4. Vanaf 2025 verlaagt de Vlaamse regering dit maximum naar 1,15. Ondanks de stijgende kosten voor het beheer van de riolen, kiest lokaal bestuur Schilde ervoor om de factor van 1,1 te behouden. Hierdoor blijft de stijging van de waterfactuur beperkt voor de inwoners van Schilde.

Voor een gemiddeld gezin in Schilde met een waterverbruik van 100 m³ stijgt de jaarlijkse waterfactuur door de Vlaamse maatregelen zo van 267,99 euro naar 369,04 euro. Met de maximumfactor van 1,15 had dit echter een verhoging tot 377,35 euro geweest.

“

De Vlaamse besparingsmaatregelen raken ook onze gemeentelijke inkomsten. Toch blijven we onder de toegelaten maximumfactor. Alle middelen zetten we integraal in voor de verdere uitbouw en vernieuwing van de riolering.

Dirk Bauwens

Burgemeester

Zelfs met behoud van de factor 1,1 ontvangt Schilde meer inkomsten uit de gemeentelijke saneringsbijdrage. Voor 2025 wordt een stijging van 499 904 euro verwacht. Deze inkomsten worden gebruikt om de rioleringsinfrastructuur te verbeteren en aan te passen aan de wettelijke verplichtingen.

“