Een baksteen in de maag
Na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelt de architect Huib Hoste (1881-1957) een uitgesproken modernistische bouwstijl. Hij maakt naam met de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Zonnebeke en het Zwarte Huis in Knokke. In 1930 bouwt Hoste in Koningshof een landhuis voor de dichter August Van Cauwelaert. Meteen daarna tekent hij op vraag van zijn vriend Van Dyck een vrijstaande atelierwoning in een groene omgeving in het naburige Schilde.

De woning is opgebouwd uit geschakelde en in elkaar overlopende balkvolumes onder plat dak. Al bij al gaat het om een eenvoudig en goedkoop bouwwerk. Een foto uit 1930 toont de vreemde ‘bunker’ aan de Oude Baan, een zandwegel met typische houten elektriciteitspalen. Die vormen in de jaren 30 en 40 vaak het decor voor Van Dycks schilderijen met spelende kinderen. De oorspronkelijke bakstenen gevel bleef tot 1935 zichtbaar.

Baksteen 1

Schetsontwerp van de woning door Huib Hoste (Archief KU Leuven).

Baksteen 2

De woning aan de Oude Baan, 1930 (Collectie Museum Albert Van Dyck).

Baksteen 3

Met de nodige fierheid toont Van Dyck de bakstenen die deze nieuwe fase in zijn leven vorm zullen geven. Kunstschilder Juliaan Van Vlasselaer en het koppel Gorissen zijn getuige (Collectie Museum Albert Van Dyck).

Schrijver Maurice Gilliams over Van Dycks beslissing om in Schilde te bouwen
‘In 1930 won Albert Van Dijck de Rubensprijs en dit stelde hem in staat te Schilde een stukje grond te kopen waar hij een zeer nederig verblijfplaatsje liet optrekken. Niet omdat hij de mensen en de maatschappij minachtte ging hij zich hier in de eenzaamheid vestigen, maar omdat hij door deze vlucht het kostbaarste wat hij bezat, wou vrijwaren: de tijd om te werken.’

Bouwperikelen
In een geïllustreerde brief uit 19 augustus 1931 alludeert Joris Diels op bouwperikelen met architect Van Steenbergen.

Baksteen 4

(Collectie Museum Albert Van Dyck)