Geveltuin

Ook in de woonkernen van Schilde en ’s-Gravenwezel vind je grijze straten waar gebouwen, voetpaden en wegen samenkomen. In deze straten kunnen geveltuinen echt het verschil maken! Je geveltuin brengt kleur en sfeer, verbetert de luchtkwaliteit en isoleert je woning. Vogels en bijen vinden lekkers in je extra stukje natuur. Geveltuinen zorgen voor verkoeling op hete dagen, houden het regenwater
vast, leiden het naar de bodem en houden zo mee de grondwaterstand op peil.

Zo helpen ze mee Schilde klimaatbestendig te maken.

TIP! Praktische handleiding in de Natuurbuurcatalogus

In  onze Natuurbuurcatalogus vol klimaatvriendelijke oplossingen voor je woning en tuin vind je alle informatie die je nodig hebt om je geveltuin aan te leggen, compleet met stappenplan en boodschappenlijstje.

Voordat je een aanvraag indient, is het verstandig om te controleren of het voetpad voor jouw woning geschikt is voor een geveltuin:

  1. Je geveltuin mag maximum 50 cm breed zijn vanaf de gevel. Hij mag over de volledige breedte van de gevel lopen, zonder de buren te hinderen. 
  2. Na de aanleg van je geveltuintje moet er op het voetpad een vrije doorgang blijven van minstens 1,5 meter.
  3. Controleer waar water, elektriciteit en gas je woning binnenkomen. Op plaatsen waar deze nutsleidingen lopen, kun je namelijk niet graven. 
  4. Woon je in een huurwoning, breng dan zeker de verhuurder op de hoogte van je plannen voor een geveltuin.

Viermaal check? Dien dan je aanvraag voor een geveltuin in. Nadat je groen licht ontvangt van het lokaal bestuur, kun je van start

Dien je aanvraag in
  1. Verwijder de tegels van het voetpad en bewaar ze.
  2. Graaf vervolgens de resten van de fundering uit tot een diepte van 30 tot 40 cm, bij voorkeur tot de bruine aarde.
  3. Plaats een boord in steen of een ander materiaal om je geveltuintje. Zo blijft alles mooi op z’n plaats.
  4. De uitgegraven grond vervang je door potgrond of teelaarde. 
  5. Kies de planten waarmee je je geveltuintje wilt vullen.
  6. Zitten daar klimplanten bij, bevestig dan een klimhulp met pluggen en vijzen aan de muur. Zorg dat hij goed vast hangt want hij zal heel wat gewicht te dragen krijgen. Laat minstens 5 cm ruimte tussen de klimhulp en de muur. Breng hem laag genoeg aan, zodat je de klimplanten goed kunt geleiden. Let er wel op dat je geen planten laat groeien tegen je waterpijp, omdat deze daardoor beschadigd kan raken.
  • Kies planten zonder doornen of stekels, vermijd planten met veel bessen of planten die giftig zijn voor de mens.
  • Plant klimplanten centraal in het tuintje. Vul de overgebleven ruimte met bodembedekkers.
  • Het is ook belangrijk om te kijken welke planten goed gedijen in je geveltuin. Houd rekening met de zon, halfschaduw of schaduw, afhankelijk van de ligging van je geveltuin.