Naar levend model
In 1919 volgt Albert Van Dyck aan de Antwerpse academie de cursus ‘tekenen naakt levend model’ bij professor Felix Gogo. Een jaar later behaalt hij een gouden medaille in deze discipline. Volgens Yvonne Somers (1911-2003), als kind door Van Dyck geportretteerd, werd de kunstenaar nadien in een witte koets door de stad gereden. Op het thuisfront wordt

Ook nadat hij in 1921 is toegelaten tot het atelier van Isidoor Opsomer aan het Hoger Instituut, blijft schilderen naar levend model op het menu staan. Zo zijn de naakten van Van Dyck te bewonderen op de jaarlijkse tentoonstelling met werk van de klas van Opsomer in de lange zaal van de academie. Ook één van zijn kantwerksters is te herkennen, waarvan een (ruggelingse) variante zich nu in het Taxandriamuseum in Turnhout bevindt.

Model 1
Model 2

Tentoonstelling van de klas van Isidoor Opsomer in de lange zaal van de academie, met werken van Albert Van Dyck, 1922 (Collectie Museum Albert Van Dyck).

Model 3

De kantwerkster, olie op doek, 1922 (Collectie Taxandriamuseum, Turnhout).

Beroepsmodellen
In de periode 1934-1937 nodigt Van Dyck regelmatig beroepsmodellen uit om op zondag bij hem thuis in Schilde te poseren. Zo kan hij zijn vriend en leerling Jan Vaerten uit Turnhout de kneepjes van het vak leren – en tegelijk verf laten leveren uit de winkel van diens oom.

In een geïllustreerde brief van 19 augustus 1931 informeert Joris Diels in zijn gekende luchtige stijl naar de modellenwereld. Alle vooroordelen worden bovengehaald over de kostprijs en de diensten die men ervoor krijgt.

Model 4

(Collectie Museum Jan Vaerten)

Model 5

(Collectie Museum Albert Van Dyck)