Smits
Als reactie op de immer versnellende samenleving zoeken eind 19de eeuw heel wat kunstenaars afgelegen plekken op om te ‘onthaasten’. In de Kempen geraakt Jakob Smits (1855-1928) onder de indruk van de geestesadel van het harde boerenleven. In zijn tekeningen en schilderijen documenteert hij een zogenaamd eenvoudige bestaansvorm die bedreigd wordt door de oprukkende modernisering.
Op de salons van de Antwerpse vereniging Kunst van Heden valt Smits’ profetisch geladen werk zeer in de smaak. Talrijke jonge kunstenaars uit binnen- en buitenland voelen zich aangesproken door zijn boodschap en zoeken de meester op in zijn hoeve in Achterbos bij Mol. In 1925 brengt ook Albert Van Dyck hem twee keer een bezoek, en toont Smits zijn werk.